Circa zes procent van de bevolking ouder dan 50 jaar is lesbisch, homoseksueel, biseksueel of transgender. Dat betekent dat Nederland ruim 400 duizend roze vijftigplussers telt. Een groot deel van deze LHBT-ouderen hebben geleerd hun seksuele voorkeur of genderidentiteit te verbergen.
Hoewel roze ouderen in veel opzichten hetzelfde zijn als heteroseksuele ouderen staan ze vaak anders in het leven. Velen van hen hebben een ander, soms moeilijker levenspad bewandeld dan heteroseksuelen. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat roze vijftigplussers vaker arbeidsongeschikt zijn, zij vaker denken aan zelfmoord of een poging daartoe doen; een op de tien kreeg het afgelopen jaar negatieve reactie op zijn/haar oriëntatie en maar liefst drie op de tien (31%) is naar niemand open over de gevoelens voor seksegenoten.
Roze vijftigplussers lopen tegen specifieke problemen aan naarmate zij ouder worden: ‘Wie zorgt er voor me als ik meer hulpbehoevend word? Kan ik open zijn over mijn (overleden) partner tegenover leeftijdsgenoten? Zeg ik van tevoren tegen de thuiszorg dat ik transgender ben?’ Er is een groot risico op sociaal isolement: ze vereenzamen doordat ze zich afgewezen voelen, kunnen moeilijk aansluiting vinden bij heteroseksuele ouderen, worden vaker buitengesloten, gepest en gediscrimineerd. Met het ouder worden wordt men afhankelijker van de zorg. De meeste gezondheidsproblemen van roze ouderen zijn niet wezenlijk anders dan bij heteroseksuelen. Toch kunnen roze ouderen zich ten aanzien van professionals in de gezondheidszorg kwetsbaarder voelen dat hetero-ouderen. Het gaat dan vaak meer om bejegening en het begrip voor de persoonlijke situatie dan om een wezenlijk andere medische benadering. In de gezondheidszorg wordt er meestal vanuit gegaan dat iemand heteroseksueel is. Roze ouderen zijn vaak niet open over hun seksuele voorkeur en leefstijl, onder andere vanwege angst voor discriminatie en een negatieve houding bij hulpverleners.
Door de veranderingen in de zorg (ouderen blijven langer thuis en de afbouw van verzorgingstehuizen) is de kans groter op meer eenzaamheid bij roze ouderen. Thuiszorg wordt nog belangrijker en als zorgverleners niet de sensitiviteit hebben om de eventuele homoseksualiteit te her- en erkennen en de roze ouderen houden zelf hierover hun mond dan blijft de onzichtbaarheid van deze groep bestaan.
Een illustratie van het bovenstaande is het volgende voorbeeld: in het begin van een contact met een cliënt vraagt de medewerker van de thuiszorg door over de relatie die de man had. Hij heeft het daarbij steeds over “haar” en “zij”; de man wordt steeds stiller en durft niet te zeggen dat hij homo is en daarom is gescheiden. De relatie met de medewerker loopt steeds stroever…..
Roze 50+ is een samenwerkingsverband van ANBO (de belangenorganisatie voor senioren) en
COC Nederland, (de belangenbehartiger voor Lesbische Vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuelen en Transgenders). Roze 50+ maakt zich sterk voor de positie van Roze Ouderen in zorg en welzijn. Inmiddels is er een landelijk netwerk van 80 vrijwillige ambassadeurs: homo’s, lesbo’s, biseksuelen, hetero’s en transgenders van 35 tot 85 jaar. Een ambassadeur is iemand die op persoonlijke titel deel uitmaakt van het netwerk van Roze 50+ Nederland en zich inzet om roze ouderen meer zichtbaar te maken en hun positie te verbeteren. De inhoud van het werk kan variëren van het aangaan van gesprekken met (lokale) organisaties, gemeenten, gewesten en afdelingen van ouderenbonden, WMO raden, verzorgingshuizen en thuiszorgorganisaties. Daarnaast worden groepsactiviteiten georganiseerd waar roze ouderen in een veilige en gezellige omgeving elkaar kunnen ontmoeten. Er is een website opgezet door Roze 50+ (www.roze50plus.nl): een virtuele ontmoetingsplaats voor roze ouderen, waar men alles wat te maken heeft met deze doelgroep kan terugvinden. Roze ouderen kunnen bij het COC Twente-Achterhoek (www.coctwenteachterhoek.nl) terecht voor meer informatie.